Kleine IBT inzichten: de drie belangrijkste bouwstenen van (IBT) onderwijs in geweldbeheersing

Wat zijn voor jou de drie belangrijkste bouwstenen van (IBT) onderwijs in geweldbeheersing en waarom? Ik vroeg het aan IBT/PA docent Mark Halfmouw maar eerst aan jou. Ga er even een kwartier voor zitten. Ik weet dat je druk bent, toetsen moet afnemen, een scenario training moet opbouwen, de schietbaan moet vastleggen enzovoorts. Maar als nu de tijd er niet is wanneer wel? Ga er dus even voor zitten (think). Deel je bevinden eventueel met een collega (pair) en deel een keer met het IBT-team. Er hoeft niet direct een notitie uit te volgen, even nadenken over de vraag is waardevol in zichzelf. Ok, nu naar dezelfde vraag die ik stel aan Mark Halfmouw in het boek Frontlinie training. Dit is zijn antwoord:

Praktijk gerelateerd.

‘Ik zie dat de urgentie van trainen en vooral van het juist trainen niet altijd binnenkomt bij de aspiranten. Vaak valt dat kwartje pas als ze zelf in een situatie op straat een ervaring hebben gehad, waardoor het juiste besef aangewakkerd wordt. Wanneer door urgentie de juiste mindset kan worden gecreëerd, wordt de training serieus en daarmee het leerrendement sterk verhoogd.’

Werken vanuit principes.

‘Wanneer bij de aspiranten het besef komt dat zij met de kennis en kunde de principes van bijna elke situatie machtig zijn, wordt het zelfvertrouwen vergroot. (Ze kunnen dan de ‘hoe’ vraag beantwoorden). Gevaarlijke situaties worden dan eerder herkend en erkend en daarmee is ook een oplossing snel voor handen. Dat geeft vertrouwen. Niet eerst nadenken uit welke kolom ik welke procedure moet halen om tot een oplossing te komen. Niet uitgaan van de procedure, maar van de werkelijk aangetroffen situatie. Overigens kunnen er daar waar strikt nodig (DSI-AT- DKDB-TPE) best procedures of werkafspraken blijven bestaan.’

Ken jezelf.

‘Eigenlijk is dit het antwoord op de vraag ‘Kan ik’ uit de Doel Aanpak Analyse. (Adang & Timmer, 2005). Wie ben ik en wat kan ik? Hoe sta ik in de wedstrijd? Kijk naar je aspirant en neem dat als uitgangspunt. Te veel docenten denken (en geven les) vanuit hun eigen persoonlijke kunnen en voorkeur. Maar jij bent niet belangrijk. Degene die voor je staat is belangrijk. Daar moet dus ook de oplossing vandaan komen. Jij bent er als docent om de gekozen oplossing te variëren of te differentiëren. Kan je de aspirant voldoende aanreiken, zodat diens keuze tot een succes leidt. Wat kan ik wel of niet als ik 50 kg weeg of 110 kg. Alle mens-variaties hebben iets anders nodig om op straat de juiste keuze te maken: grijp ik in of niet en hoe of wat doe ik dan?’